Geactualiseerde documenten voor hulpverleners
Het is essentieel dat de hulpverlening aan de slachtoffers ter plaatse, de zorg onderweg en de zorg in het ziekenhuis snel, effectief, proportioneel en goed op elkaar afgestemd zijn. Er zijn drie documenten die bijdragen aan de zorg voor slachtoffers na incidenten met gevaarlijke stoffen, en die nauw aan elkaar gerelateerd zijn.
Om deze up-to-date te houden en goed op elkaar af te stemmen, zijn deze documenten onlangs geactualiseerd. De OTO-coördinatoren en IGS aandachtsfunctionarissen in Brabant zijn geïnformeerd over de geüpdatet richtlijnen en zullen de collega's binnen de Brabantse acute zorgorganisaties meenemen in de veranderingen.
1. Leidraad 'Acute ziekenhuiszorg (van patiënten) na incidenten met gevaarlijke stoffen'
De nieuwe inzichten van het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) over de risico’s voor hulpverleners rondom gecontamineerde patiënten vormden voor het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ) de aanleiding voor het opstellen van de leidraad 'Acute ziekenhuiszorg (van patiënten) na incidenten met gevaarlijke stoffen'. De leidraad beschrijft onder andere een uniforme, proportionele en haalbare werkwijze voor alle medewerkers die betrokken (kunnen) zijn bij de ziekenhuisopvang van slachtoffers van incidenten met gevaarlijke stoffen.
Daarnaast bevat de leidraad de benodigde faciliteiten, materialen en middelen, de rollen en taken van hulpverleners in het decontaminatieproces en de aanbevolen opleidings-, trainings- en oefenactiviteiten (OTO). Ten slotte beveelt de leidraad een praktische PBM-set aan die voldoende bescherming biedt, snel kan worden aangetrokken en hulpverleners niet hindert bij het uitvoeren van medische handelingen. De leidraad is tot stand gekomen na consultatie van medewerkers in ziekenhuizen en verschillende relevante externe partijen (zoals toxicologen, Gezondheidskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen (GAGS) en het NVIC) en is afgestemd met betrokken partijen.
De Leidraad vind je via onderstaande links:
1A Leidraad 'Acute ziekenhuiszorg (van patiënten) na incidenten met gevaarlijke stoffen deel A: Operationele uitvoering (bron: LNAZ) en 1B Leidraad 'Acute ziekenhuiszorg (van patiënten) na incidenten met gevaarlijke stoffen deel B: Achtergrond (bron: LNAZ)
2. Handreiking ‘Samenwerking bij slachtofferzorg bij incidenten met gevaarlijke stoffen‘
Het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) heeft de handreiking ‘Samenwerking bij slachtofferzorg bij incidenten met gevaarlijke stoffen‘ opgesteld met een werkgroep van betrokken partijen. Deze nieuwe handreiking vervangt de Handreiking Decontaminatie (werkversie 1.1, 2019).Deze handreiking beschrijft de multidisciplinaire samenwerking in het veld bij hulpverlening aan slachtoffers bij een incident met gevaarlijke stoffen.
Het document is bestemd voor medewerkers van de brandweer, politie, ambulancezorg, GGD/GHOR, gemeente/bevolkingszorg en meldkamer. Het perspectief van de nieuwe handreiking is wezenlijk anders dan van de oude handreiking decontaminatie: van decontaminatie naar optimale zorg voor het slachtoffer (waar decontaminatie onderdeel van kan zijn). Hierbij is een belangrijke rol weggelegd voor de deskundigen van de hulpdiensten: de Adviseur Gevaarlijke Stoffen (AGS), de Gezondheidskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen (GAGS) en de Teamleider CBRN-Explosieven Veiligheid (TEV), en hun Officieren van Dienst.
Voor de prehospitale handreiking zie:
2. Handreiking samenwerking slachtofferzorg bij IGS (Nederlands Instituut Publieke Veiligheid)
3. Rapport ‘Eigen veiligheid in perspectief’
Het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) van UMC Utrecht heeft het rapport ‘Eigen veiligheid in perspectief’ vernieuwd. De afgelopen jaren nam onder medische hulpverleners de bezorgdheid over hun eigen veiligheid tijdens decontaminatie of behandeling van chemisch gecontamineerde patiënten toe. Deze angst kan leiden tot het uitstellen van levensreddende zorg of tot grootschalige evacuatie en tijdelijke sluiting van een spoedeisende hulp.
Dit rapport legt uit dat gecontamineerde patiënten voor hulpverleners een zeer beperkt risico vormen en bespreekt het proportioneel gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Het rapport is een verdere uitwerking van een eerder door het NVIC gepubliceerd internationaal artikel over dit onderwerp en richt zich naast ziekenhuispersoneel ook op ambulancezorgprofessionals.
Bekijk het rapport op de website van UMC Utrecht:
3. Eigen veiligheid in perspectief (Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum, UMC Utrecht)
ELearning
NAZB heeft een ELearning ontwikkeld over IGS die recent ook is aangepast naar deze meest actuele werkwijze. Je vindt ELearning in de ELO van NAZB.