Optimalisaties in level I traumacentra hebben positief effect op herstel

Het optimaliseren van de infrastructuur en ziekenhuisprocessen in level I traumacentra kan de overlevingskansen en klinische uitkomsten na een ongeval significant verbeteren. Verder hebben patiënten met een slechtere gezondheid voorafgaand aan het ongeval, patiënten met een langere opnameduur en vrouwen een groter risico op een slechtere uitkomst.
Optimalisaties in level I traumacentra hebben positief effect op herstel

Dat blijkt uit het recent uitgegeven proefschrift van Roos Havermans, arts-onderzoeker bij NAZB en in opleiding tot chirurg. Havermans promoveert op woensdag 18 september aan de faculteit Medische Wetenschappen van de Radboud Universiteit.

 

Trauma is wereldwijd een belangrijke oorzaak van overlijden en lichamelijke beperkingen. Jaarlijks sterven wereldwijd 4,4 miljoen mensen aan de gevolgen van een trauma, waaronder verkeersongevallen, valpartijen, geweld en brandwonden. In Nederland worden elk jaar ongeveer 75 duizend mensen binnen 48 uur na een trauma in het ziekenhuis opgenomen, van wie bijna tienduizend in regio Noord-Brabant. 

 

Geoptimaliseerde traumazorg in level I traumacentra

Het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis (ETZ) in Tilburg, een van de tien regionale level I traumacentra in Nederland, is gespecialiseerd in de opvang en behandeling van ernstig gewonde patiënten. In het eerste deel van het proefschrift heeft Havermans gekeken naar de effecten van doorgevoerde optimalisaties in het ETZ. Die optimalisaties zijn onder andere dat er 24 uur per dag en zeven dagen per week een gespecialiseerd traumateam aanwezig is, dat beschikking heeft over geavanceerde faciliteiten zoals een CT-scan op de traumakamer en een hybride operatiekamer. 

 

Dankzij die aanpassingen daalde het sterftecijfer van 7 naar 4 procent. Daarnaast verbleven patiënten korter in het ziekenhuis en op de intensive care, waren er minder complicaties en nam het aantal gemiste letsels af. Ook de snelheid waarmee de patiënt behandeld werd, is toegenomen.

 

Ernstig gewonde patiënt stabiliseert sneller in level 1 traumacentrum

Havermans bracht het herstel van ernstig gewonde patiënten in één level I traumacentrum (het ETZ) en vijf level II traumacentra in kaart. Daarbij onderzocht ze in welke mate de ziekenhuizen erin slagen om de afwijkende essentiële lichaamsfuncties van patiënten te normaliseren, zoals hartslag, bloeddruk en ademhaling. “We zagen dat vitale parameters van de patiënt na de acute opvang sneller normaliseren in het level I traumacentrum. Dat zou kunnen komen doordat 24/7 een traumateam aanwezig is waardoor ziekenhuisprocessen nog beter toegespitst zijn op de behandeling van ernstig gewonde patiënten”, aldus Havermans. 

 

Inzicht in het herstel na een trauma

Het tweede deel van het proefschrift richt zich op welke factoren het herstel beïnvloeden en voorspellen hoe iemand herstelt na een ernstig ongeval. Havermans: “Traditioneel werd de kwaliteit van traumazorg voornamelijk beoordeeld op basis van het aantal overleden patiënten. Echter, doordat relatief weinig traumapatiënten tegenwoordig overlijden, wordt het belangrijker om te kijken naar algehele gezondheid en kwaliteit van leven.” 

 

Hoewel patiënten minder snel overlijden, blijven ze vaak lang last houden van klachten. Uit het proefschrift blijkt dat patiënten tot twee jaar na hun trauma vaak meer lichamelijke beperkingen ervaren dan ervoor en hun gezondheid als slechter beschouwen. Patiënten met een slechtere gezondheid voorafgaand aan het ongeval, patiënten met een langere opnameduur en vrouwen hebben veelal een groter risico op een slechtere uitkomst. 

 

Realistische verwachtingen op het herstel

Met de opgedane kennis over herstel en risicofactoren voor een slechter herstel, heeft Havermans een model ontwikkeld om het herstel van traumapatiënten te voorspellen. Daarbij keek ze naar het lichamelijk herstel en hoeveel pijn en beperkingen patiënten ervaren in bewegen en dagelijkse activiteiten tot twee jaar na het ongeval. 

 

Als patiënten inzicht krijgen in hoe ze zullen herstellen, kan dat bijdragen aan realistische verwachtingen. Havermans: “Dit model kan gebruikt worden om patiënten beter te informeren én om patiënten die meer risico lopen op een slechter herstel te identificeren zodat de zorgverlener daarop eventueel het behandeltraject kan aanpassen.”