Casus 1: traumatische reanimatie
De eerste spreker van de themabijeenkomst is Bryan Mommers, ambulancezorgprofessional bij RAV Brabant Midden-West-Noord. Hij licht een casus toe waarbij sprake is van een traumatische reanimatie. De meldkamer ontvangt een chaotische melding dat een jonge vrouw met haar fiets onder een vrachtwagen is gekomen. Twee ambulancevoertuigen worden naar de plek van het ongeval gestuurd. Binnen enkele minuten is het eerste voertuig ter plaatse waar Bryan de vrouw aantreft. Ze is er ernstig aan toe en is reanimatiebehoeftig. De patiënt wordt met spoed naar de traumaopvang in het ETZ gebracht. Daar staat het traumateam klaar om de patiënt op te vangen.
Simone Dierckx, SEH-arts in het ETZ, licht de eerste opvang toe. "Het was meteen duidelijk dat we te maken hadden met een traumatische reanimatie, dus toen de melding binnenkwam troffen we de eerste voorbereidingen." De prognose is erg pessimistisch. De traumateamleden zijn non-stop bezig om de vrouw te stabiliseren. Er worden CT-scans gemaakt die eveneens een weinig bemoedigend beloop laten zien. "De vraag komt dan op: gaan we deze vrouw nog helpen? Het betreft een jonge vrouw met kleine kinderen, in de bloei van haar leven. Daarvoor trek je alles uit de kast." Er volgt een spoedoperatie op de hybride operatiekamer.
Stefan van Zutphen, traumachirurg, leidde de OK, die ondanks alle effort vanuit de zorgverleners uiteindelijk toch gestaakt wordt. "Dit betroft een typische casus waarvan we eigenlijk vanuit het medische beeld wel wisten, deze vrouw gaat het niet redden, maar waarbij je vanwege de leeftijd toch alles op alles zet om deze vrouw te redden." De patiënt is uiteindelijk op de Intensive Care overleden in het bijzijn van familie. De casus leidt tijdens de thema-avond tot een mooie discussie over het dilemma: wanneer ga je door, en waar stop je?
HOTT-procedure: wat is het en wat kun je ermee als zorgverlener?
Na het bespreken van de casus geeft Arjan Koks, physician assistant GGD Brabant-Zuidoost, een verdiepende presentatie over de HOTT-procedure, een specifieke benadering die medisch personeel kan toepassen bij patiënten die een hartstilstand hebben als gevolg van een traumatische gebeurtenis. Arjan geeft een inhoudelijke presentatie over de overwegingen om wel of niet de HOTT-procedure in te zetten. "Het is belangrijk om allereerst de oorzaak op te sporen voordat je start met reanimeren. We denken vaak als eerste aan een hartmassage maar dat is meestal geen goede interventie bij een traumatische reanimatie. Het soort trauma bepaalt de behandeling."
ECMO op de lifeliner
Na de pauze licht MMT-arts en (kinder)anesthesioloog Xavier Moors de ECMO toe. De ECMO-machine neemt tijdelijk de functie van het hart en/of de longen over, waardoor deze organen kunnen herstellen. Op dit moment loopt er een studie bij de academische ziekenhuizen wat de toegevoegde waarde van de ECMO op de traumahelikopter is. MMT-artsen worden getraind om om te gaan met het apparaat. "Het ECMO-apparaat is een manier om tijd te kopen, en die tijd is cruciaal bij de opvang van een traumapatiënt."
Casus 2: refractaire ventrikelfebrillatie
Als laatste onderdeel van de avond bespreken we een casus waarbij sprake is van een Refractaire ventrikelfibrillatie (VF): een ernstige en levensbedreigende hartritmestoornis waarbij de hartkamers (ventrikels) ongecoördineerd en snel samentrekken. Dit resulteert in een ineffectieve bloedcirculatie. Het wordt als refractair beschouwd wanneer de VF niet reageert op de standaard reanimatiepogingen, waaronder defibrillatie en medicamenteuze behandeling.
Bryan Mommers introduceert met tweede casus van de avond: een 50-jarige man die kampt met een diversiteit aan klachten die mogelijk duiden op een tachycardie (hartritmestoornis). Het ambulanceteam brengt de patiënt naar de Eerste Hart Hulp op ETZ TweeSteden. Joren Swaanen, ANIOS SEH: "We zagen een veelheid aan klachten: een gejaagd gevoel, wat vocht in de longen op de CT-scan, een voorgeschiedenis die kon duiden op hartfalen. De ECG toonde een breed complex tachycardie." Diverse interventies worden ingezet na overleg met cardioloog, SEH-arts en intensivist.Toch verslechtert de patiënt en er wordt alarm geslagen vanwege dyspneu-aanvallen. Er volgt een reanimatiesetting waarbij een aantal keer een shock toedienen geen effect heeft. Een nieuwe behandelvorm die destijds nog niet in de protocollen was opgenomen, wordt toegepast: de Double Sequential External Defibrillation (DSED).
Wat is dat, Double Sequential External Defibrillation?
Dat licht de laatste spreker, Harm Jans Muntinga, cardioloog in het ETZ, toe. "DSED wordt toegepast als ventrikel febrilleren (VF) na drie schokken persisteert of opnieuw optreedt. Bij een DSED worden twee defibrillatoren (bijna) gelijktijdig gebruikt om twee opeenvolgende elektrische schokken te leveren aan een patiënt in een poging om een refractair (niet-reagerend) VF te corrigeren." Momenteel vinden er diverse studies plaats om te onderzoeken wat deze behandelmethode voor prognoses en overlevingskansen biedt bij de patiënt.
De patiënt uit de tweede casus is na drie weken ontslagen met als vervolgbehandeling een lifevest en hartrevalidatie.