Bart Berden, voorzitter Regionaal Overleg Acute Zorgketen (ROAZ) Brabant en voorzitter Raad van Bestuur in het ETZ, trapt de werkconferentie af. “We hebben te maken met een groot aantal uitdagingen die op de spoedzorgketen afkomt.” Een voorbeeld is het nijpende tekort aan zorgpersoneel, terwijl de zorgvraag drastisch toeneemt.
De juiste zorg op de juiste plek, dat is de opgave én ambitie voor de ROAZ-regio Brabant. Dat kan volgens Berden op drie manieren: dure zorg voorkomen, zorg verplaatsen en zorg vervangen met behulp van ICT. “Moeten we wel willen dat terminaal zieke longkankerpatiënten een zware behandeling met chemotherapie ondergaan? Betrek de patiënt in het keuzeproces om aan te sluiten bij zijn verwachtingen.”
Volgens de bestuurder moeten we kritischer zijn over op welke plek we zorg aanbieden. “Een vetknobbeltje is geen specialistische zorg en maatschappelijk werk is geen ggz. Het is onze opgave om dat de patiënt helder te maken.”
ROAZ-project proactieve Spoedzorgketen
Tom Fransen, dagvoorzitter en manager bedrijfsvoering spoedeisende hulp in het Jeroen Bosch Ziekenhuis, licht daarna het ROAZ-project Proactieve Spoedzorgketen toe. NAZB heeft met SiRM (Strategies in Regulated Markets) de ontwikkelingen in vraag en aanbod van acute zorg in kaart gebracht. De centrale vraag: hoe spelen Brabantse ketenpartners proactief in op de toenemende druk op de spoedzorgketen?
Uit het onderzoek komt een aantal oplossingen naar voren over hoe de spoedzorgketen succesvol kan samenwerken om de juiste zorg op de juiste plek te realiseren. Ten eerste dempen van de vraag. Fransen: “Dat doen we door onjuist gebruik van spoedzorg te voorkomen met digitale zelftriage en voorlichting.” Een tweede oplossing is het verhogen van de productiviteit. “Met intensievere ketensamenwerking kan efficiënte inzet van spoedzorg gerealiseerd worden.”
Tot slot wordt ingezet om de uitstroom van personeel te verlagen. “We zien kansen om in Brabant gezamenlijk op te trekken in de promotie van opleidingen en werving en behoud van zorgmedewerkers, maar ook binnen de eigen regio’s op gebied van bijvoorbeeld burn-out preventie en gezondheid van personeel.”
Die onderwerpen staan ook tijdens tien workshops centraal. Deelnemers volgen drie workshops naar keuze. De onderwerpen lopen uiteen: van een integraal zorgontwerp in de regio Oost-Brabant, een Chief Happiness Officer voor meer werkplezier bij zorgverleners, een pilot voor betere gezondheid tijdens nachtdiensten bij zorgverleners tot de invoering van een ggz-triagist op de huisartsenpost en spoedeisende hulp.
Succesvol samenwerken in een netwerk
De juiste zorg op de juiste plek, wat betekent dat dan? Een medisch specialist heeft daarop een andere kijk dan een huisarts of manager, licht Janneke Steijns toe. Zij is adviseur bij Common Eye, een adviesbureau dat strategische modellen voor samenwerking ontwikkelt. “Elke samenwerkingspartner heeft een puzzelstukje in handen. Je kunt niet zonder elkaar. Het kan echter een uitdaging zijn om samen tot resultaat te komen. Zo spelen in samenwerkingsverbanden verschillende belangen.”
Steijns geeft als advies om te starten met het formuleren van een gedeelde ambitie. Daarnaast is het belangrijk te investeren in de relatie en voldoende draagvlak te creëren binnen de organisatie.
Conclusies
Aan het eind van de middag somt dagvoorzitter Fransen de belangrijkste conclusies op. “’Ontschot denken’ helpt! Vaak laten we ons beperken door financiën. Terwijl om als keten resultaat te bereiken we juist de handen ineen moeten slaan, met een gedeelde ambitie. Zo werken huisartsenpost en spoedeisende hulp in de regio Helmond - De Peel nauw samen op een zogeheten ‘ontschot’ spoedplein. Met één wachtkamer en balie en een SEH-arts die meekijkt met de huisarts.” Betrokkenheid van alle partijen en bestuurlijk commitment aan de voorkant van het proces is daarbij wel nodig.
Het is daarom van belang expertise zo vroeg mogelijk in het zorgproces in te zetten. Voorbeelden uit de workshops zijn een ggz-triagist op de SEH en een verpleegkundig specialist acute zorg bij de ambulancevoorzieningen. Fransen: “Communiceer goed over de voortgang van zulke initiatieven met de werkvloer, zodat medewerkers betrokken blijven.”
Misschien nog wel het belangrijkst: zorgverleners kunnen pas goed voor de patiënt zorgen als ze goed voor zichzelf zorgen. Fransen: “Investeer in hun welzijn. Schakel de hulp in van een Chief Happiness Officer die meedenkt over het vergroten van werkgeluk en heb oog voor medewerkers die nachtdiensten draaien. Zij hebben immers te maken met gezondheidsrisico’s. Heb lef om nieuwe dingen uit te proberen en soms tegen de stroom in te zwemmen.”
Presentaties
- Plenaire opening
- Toelichting 'Vergrijzing vraagt om creativiteit
- Succesvol samenwerken in een netwerk
- WS1: Naar een toekomstbestendig spoedzorgnetwerk
- WS2: Regionaal Transferpunt Salland
- WS3: De verpleegkundige specialist als alternatief
- WS4: Beter Thuis
- WS5: Tijdelijke opvang kwetsbare ouderen
- WS6: Chief Happiness Officer
- WS7: Het Zorg Innovatie Centrum (ZIC)
- WS9: GGZ-triagist op de HAP en SEH
- WS10: Directe toegang tot radiodiagnostiek